Rotsen en riffen
27 juli 2019 - Tom Price, Australië
do. 18 juli tm. do. 25 juli
Hallo allemaal!
Allereerst: dank voor alle reacties!
Dan: met de site gaat het soms niet helemaal goed… Tijdens het verzenden floept internet er regelmatig uit en dan blijken later niet alle foto’s erop te staan… En de locatie bij de foto’s hadden we ook niet goed ingesteld; dat proberen we voortaan wel te doen.
Kalbarri: wat een verrassend andere, leuke plek, prima camping, goede sfeer. Een prachtige, brede baai aan de monding van de Murchison River, een gezellige kuststrook met laagbouw en brede grasranden met bomen en: pelikanen! Elke ochtend rond 08.30 komt er een aantal aanvliegen en wacht geduldig op de vrijwilliger die hen om 08.45 visjes komt voeren. Een geliefde attractie voor de toeristen.
Kalbarri ligt naast het Kalbarri N.P. dat landinwaarts grotendeels bestaat uit vlak shrubland. Maar bij de kloof van de Murchison River brengt een korte klim je (in file lopend..) naar dé bezienswaardigheid hier: Nature’s Window: een gat in een rode rots met heel mooi uitzicht op de rivier beneden. En aan zee zijn er de Coastal Cliffs, met steile rotsen, een aantal uitzichtpunten (wij denken 2 walvissen te hebben gespot) en een wandelpad bovenlangs, alsmaar tussen de lage struikjes en geen enkele boom. Zo’n twee uur lopen was wel genoeg…
Vrijdag een aardig eindje gereden, bijna 450 km. naar Carnarvon. Toen we aan de highway begonnen, gaf de Tomtom aan: “374 km. rechtdoor”… Dat kun je saai noemen, want het landschap was vrijwel steeds hetzelfde: lage struikjes, af en toe een boompje, een kaarsrechte vlakke weg, soms wat heuveltjes, flink veel “floodways” in, en greppels naast de weg om de soms hevige regens te kunnen afvoeren.
Australië-kenners zullen het niet begrijpen, maar we sloegen Shark Bay over, het schiereiland dat World Heritage Area is en waar in Monkey Mia dolfijnen worden gevoerd. Meerdere redenen: het was ca. 150 km. enkele reis extra rijden, het landschap leek nauwelijks interessant, “de dolfijnen” was volgens J&R erg toeristisch, en in deze schoolvakantie was het waarschijnlijk overal druk. Dus deze dagen konden we beter besteden in het noorden. Met maar 5,5 week moesten er keuzes worden gemaakt… Ons reistempo is ook anders: we staan korter op 1 plek dan meestal, omdat er flink wat kilometers afgelegd moeten worden.
Carnarvon zelf was weer zo’n stadje zonder sfeer, ook al waren er wat terrasjes. Maar een welkome afwisseling in het landschap eromheen waren de plantages voor fruit en groente.
Zaterdag arriveerden we in Coral Bay, aan het Ningaloo Reef Marine Park. Een afgelegen vakantieplek met maar zo’n 250 inwoners en 1 straat, waar alles draait om het strand- en zeeleven. Het waaide er op dat moment zo hard dat de trip die we hadden geboekt niet doorging, pech… Daarna verder noordwaarts, 2 uur rijden naar Exmouth: hetzelfde eentonige landschap met een enkele keer een paar koeien en zonder een enkel huisje. Maar als blijmaker waren er nu over een grote afstand langs de weg 1 à 2 meter hoge termietenheuvels, we hadden iets om naar te kijken!
Om niet het risico te lopen dat straks de tours al vol zaten, boekten we in Exmouth eerst 2 tours voor eind van de week, na ons verblijf in Cape Range N.P.
In Cape Range konden we even heerlijk bijkomen van al het rijden. We verbleven op 3 verschillende “campings” in de duinen (eentje met 8 plekken, eentje met 5 en eentje met 23). Zonder stroom, zonder water, zonder telefoonbereik, maar mèt een wc, leuk! Puur natuur hier: heel mooi gelegen, heerlijk rustig, ‘s nachts een schitterende sterrenhemel, echt helemaal los van de gewone wereld. Cape Range is een lage bergketen langs de kust met een aantal spectaculaire kloven, een lage duinenrij, kleine zandstrandjes met kleine en grotere baaien, en veel aantrekkelijke snorkelplekken. Er loopt 1 smalle weg van 90 km. van noord naar zuid langs de Range, met paden naar de kust, waar de 11 campings zijn. Hier ligt het 300 km. lange Ningaloo Reef, minder bekend dan het Great Barrier Reef, maar waar je vanaf het strand het rif ziet liggen en het koraal al snorkelend kunt zien. Jolien werkte hier in 2006 en vond het er geweldig.
Wij hoopten hier nu eindelijk eens wat dieren te zien, maar op het land bleef het bij een enkele emu, kangoeroe, dingo en 6 rockwallaby’s (grijs, heel klein). Op zee hebben we gelukkig wel dieren gezien, op de glassbottomboattour en de whalesharktour (ja, echt!). We zijn op 27 juli aangekomen in Tom Price om het Karijini N.P. te bewonderen. Daarover, en over het watergebeuren wat meer in een volgend verhaal!
Een fijne zomer verder,
veel groetjes van Jan en Carla
Weer wat losse opmerkingen:
– de diesel kost maar ca. 1 euro; dat is dan ook het enige dat hier goedkoper is…
– langs de highway lagen enorm veel plastic flesjes, glazen flesjes en blikjes… een treurig gezicht
– het rijden met de camper bevalt weer prima, ondanks het gerammel van deuren en dingen, en dat we erg hard tegen elkaar moeten praten tijdens het rijden
– vrijwel elke camping heeft een campkitchen, waar kan worden gekookt, gegeten, TV gekeken, gepraat en afgewassen, best gezellig
– voor afvalscheiding is aan deze westkust nauwelijks aandacht, jammer
– tot nu toe hadden we steeds campings aan of dichtbij zee, heel fijn
– ochtendconcerten door vogels: niet in de winter… (je zou vergeten dat het winter is met deze temperaturen) - het ligt dus niet aan wel/geen bomen..
– de Australiërs zijn erg gesteld op goede manieren en zeggen al heel snel “sorry” als ze denken je overlast te bezorgen
– voor de vierde keer zijn we de Steenbokskeerkring gepasseerd, “The Tropic of Capricorn” (‘06 oost-Australië, ‘14 Zuid-Afrika, ‘16 Argentinië en nu)
– op een highway waar we onlangs op reden, waren roadtrains toegestaan tot 53 (!) meter, ongelooflijk
– je wordt overal gevraagd om zuinig te zijn met water
– we verbazen ons opnieuw over al die ingenieuze kampeermiddelen, zo anders dan in Europa
– voor dingo’s gelden dezelfde veiligheidsmaatregelen als voor beren
Ik heb eerlijk gezegd geen idee van de afstanden die jullie nu afleggen (en hoeveel jullie nog voor de boeg hebben), zal zo eens op de kaart kijken.
Wij zijn inmiddels weer op een volgende bestemming, in de Loire-streek. Het is inmiddels niet meer zo warm (wat in Bretagne ook reuze meeviel vergeleken met Nederland), helaas ook regen nu.
Heerlijk zo met de camper op pad. Prachtige foto s. Leuk om zo in de keuken de ervaringen met elkaar te kunnen delen. Wij staan in Drenthe nu met de camper. 2 hazen gezien🤣 Geniet maar fijn.
Het blijft leuk om te volgen waar jullie uithangen. Ondanks het gebrek aan dieren heb je er toch een aantal mooi op de foto kunnen krijgen. Hier aan de Loire komen we vooral “cyclistes” tegen in het wild. Maar verder is het wel leven als God in Frankrijk. Geniet ze daar in het Zuidland.🐪🐑🐕🦘etc.
Wat zien jullie weer erg veel bijzondere dingen op deze reis.
We genieten er volop van mee via het prachtige reisverslag!
Gelukkig heeft het hier in Nederland lekker geregend, dat was hard nodig voor de natuur!
Fjne reis verder,
Groetjes Ko en Lia
Wederom een mooi verhaaltje. Jammer van de toeristische drukte. Toch weer een aantal mooie foto's.
Goede reis verder.
Wat blijft het toch bijzonder om zo rond te trekken aan de andere kant van de wereld! Geniet maar van de dingen die er wél zijn en die je wél ziet. Je bent er maar één keer en alles heeft zo z’n eigen charme en bekoring!
Een mooie tijd!
Wij kennen een man die Tom Price heet en in Australië geboren is. Fantastisch om jullie te horen vertellen over dit plaatsje.