Singapore

zo. 8 juli tm. di. 10 juli

Hallo allemaal,

Voor 7 weken hebben we de kleindochters gedag gezegd. Jammer, juist nu zijn ze zo lekker actief: Anna (25-6-18) kan sinds half juni kruipen, keurig en beheerst. En sinds kort zegt ze “papa”. Sophie (4-11-18) kan sinds een paar weken in een flink tempo tijgeren en maakt allerlei gekke geluiden. We zijn benieuwd wat ze de komende weken nog meer gaan ontdekken...

Uitgezwaaid door twee buurtjes die extra vroeg waren opgestaan, vertrokken we om 07.15 met onze vertrouwde “Bregje-taxi” naar Schiphol. Daar verliep alles mooi vlot. In bijna 13 uur vlogen we met Singapore Airlines in een prachtige nieuwe Airbus 350-900 naar Singapore, met de bekende goede service van erg dunne meisjes in oosterse kleding. Wel weer even een lange zit, zeker met 2 nog wat pijnlijke ruggen en zonder slaap.

De 2 nachten en bijna 2 volle dagen in Singapore waren bedoeld om alvast te wennen aan het tijdsverschil van 6 uur, een eventuele jetlag te boven te komen en (voor mij: weer, na 34 jaar..) even iets van de stad te zien. Eerste indruk: een moderne, prettige, bruisende stad met veel nationaliteiten, die gezelliger en rustiger aandoet dan Hong Kong.

Singapore is maar 700 vierkante kilometer groot, er staan ongeveer 4.300 wolkenkrabbers (die maar maximaal 280 m. hoog mogen zijn) en er wonen ca. 5 miljoen mensen. Die mensen zijn veel minder stijfjes dan in Hong Kong, opener, vriendelijker, behulpzaam, minder gehaast. De voertaal is Engels, maar alles wordt ook in minstens 3 andere talen aangegeven. Die veelzijdigheid merkten we goed in de 7 wijken die we bezochten:

In Little India zie je donkere Indiase mensen, hoor je hun taal, staan hindoetempels, ligt vreemde koopwaar in de winkeltjes en ruik je wierook en de geur van verse bloemenslingertjes om te offeren. Een leuk sfeertje in en om Serangoon Road, o.a. op Campbell Lane met lage oude huisjes. In het Tekka Food Centre: tientallen piepkleine, smoorhete keukentjes met tafeltjes en stoeltjes ervoor, lekker authentiek maar voor ons te druk en lawaaiïerig.

Kampong Glam heeft een Maleise en Arabische sfeer, veel ingetogener, veel hoofddoeken, andere taal. Heel ander soort mensen, winkeltjes en restaurantjes, soms zelfs met terrasjes zoals in de levendige Bussorah Street, waaraan het mooie complex ligt van de Sultan Mosque met Perzische, Moorse en Turkse invloeden en een enorme gouden koepel. Haji Lane is een opvallend gezellig straatje met hippe winkeltjes in opgeknapte oude huisjes.

Om even af te koelen (die plakkerige hitte was niet echt prettig) de metro genomen naar Bugis Village: een enorm winkelcentrum met goede airco, en naar Sim Lim Square: 6 etages vol elektronica. In deze buurt: heel veel grote en meestal dure winkels.

Marina Bay is een mooie plek om in de avond heen te gaan: rondom het water allerlei bijzondere gebouwen, dure winkels, museum, theater enz. Waar je ook kijkt: overal lichtjes, o.a. op het 200 m. hoge sjieke Marina Bay Sands (“het Schip”), met hotel, casino, enz. In 1985 was dit gebied nog een wat smoezelige haven met kleine oude bootjes, nu een en al luxe. De dagelijkse lasershow boven het water met fonteinen misten we doordat we op de verkeerde plek stonden (oud boekje..).

Die eerste nacht sliepen we goed en lang, dus was er genoeg energie voor de andere plekken:

Chinatown: altijd leuk, maar hier wel supertoeristisch met opdringerige verkopers. Net hierbuiten bezochten we onze tweede hindoetempel: de Sri Mariamman Temple, net als de Sri Veeramakliamman Temple in Little India met een pagode van gekleurde beelden van goden, heel anders dan de Chinese tempels. In de Pagoda Street vol winkeltjes met “Chinese rommel” en restaurantjes ligt ook het Chinatown Heritage Centre: heel interessant om te zien hoe hier in 1 pand tientallen Chinese immigranten werkten en woonden (meestal met kinderen) op maar een paar vierkante meter. Smith Street is de “Foodstreet” waar wij binnen aten (airco!) alvorens naar het Buddha Tooth Relic Temple and Museum te gaan: met daarin een tand van Buddha en 10.000 (!) beeldjes. Monniken dreunden er samen met gelovigen eentonige gebeden op, alles nogal vreemd en bijzonder.

Daarna even gesnoven aan de sfeer rondom Orchard Road, een ruim 2 km. lange straat vol dure winkels en veel warenhuizen, niets voor ons. Een verademing was het stille zijstraatje Emerald Hill Road met gerenoveerde oude huizen met luiken. Ook nog een stukje Singapore River meegepakt waarlangs op de kades (Clarke Quay en Boat Quay) nu in oude huizen horeca is gevestigd en aan de overkant prachtige grote koloniale gebouwen staan. Oude “parlevinkers” dienen nu als watertaxi’s.

Jammer genoeg was er te weinig tijd voor nog meer interessante plekken, maar we waren in elk geval op tijd voor de Sound and Light Show in Gardens by the Bay. Dat is een enorm gebied bij dat Marina Bay-gebeuren met tropische bomen, struiken, planten, kassen en een aantal heel bijzondere Supertrees: hoge bomen van beton en staal, mooi begroeid en vol kleurige lichtjes. Elke avond om 19.45 is er 15 minuten entertainment met een lichtshow op de muziek van ons nieuwjaarsconcert.

Ja, wat kun je een hoop doen in 2 dagen…Woensdagochtend vertrokken we al vroeg voor het vluchtje van 4,5 uur naar Perth. Het volgende verhaal komt dus uit Australië, maar wanneer hangt af van verbinding, tijd en zin!

Onze bekende afsluiting met dingen die ons opvielen houden we er ook nu maar in:

– Singapore is een superschone stad; vreemd genoeg zagen we nergens schoonmakers aan het werk (misschien ‘s nachts?)

– de stad lijkt erg georganiseerd en overzichtelijk

– er is een prachtig modern metrostelsel, met soms wel 6 trappen naar beneden

– bordjes attenderen je op zuinig omgaan met water en de kranen geven vaak een dunne straal of maar een kleine hoeveelheid water

– voor winkelliefhebbers (zijn wij niet) is Singapore een waar paradijs

– overal veel groen: tropische bomen, struiken, planten en bloemen die je bij ons alleen in kassen ziet

– weinig oude gebouwen, jammer

– het Engels is vaak slecht te verstaan; toch moeten al die nationaliteiten met elkaar communiceren

– geen hond gezien (ook geen kat)

– Singapore blijft gericht op vernieuwing, men bedenkt steeds weer iets nieuws om mensen te trekken

– geen zwervers gezien, geen bedelaars

– in de kleine winkeltjes: etenswaar waarvan we geen idee hadden wat het was

– niet prettig: het klimaat… Overdag is het vrijwel altijd rond de 30 graden, ‘s nachts koelt het nauwelijks af; het voelt als in een tropische kas. Buiten loop je altijd te plakken en binnen vaak te rillen door de airco. Die constante temperatuurwisseling vonden wij erg vermoeiend…

Nog bedankt voor de reacties op ons inleidend verhaaltje, erg leuk! Voor wie nu op vakantie is of binnenkort weggaat: een fijne tijd gewenst.

Hartelijke groeten,

Jan en Carla