Noordelijker en anders

13 augustus 2019 - Cooinda, Australië

za. 3 augustus tm. zo. 11 augustus

Beste mensen,

Eerst even over de foto’s: er blijken maar maximaal 30 foto’s bij het verhaal geplaatst te kunnen worden; als het er meer zijn komen ze vanzelf in “albums”.

Dan nog even over Broome: ook in de eerste “stad” na Perth geen museum bezocht... De twee mini-musea (Broome Museum en Pearl Luggers Museum) sloegen we over omdat hun beperkte openingstijden ons niet uitkwamen. Deze vakantie is er eentje met weinig cultureels... Pas in de jaren 1970 werd in Broome het toerisme ontwikkeld en vanaf toen werd er flink gebouwd. Aparte sfeer, zo zonder oude gebouwen. Op het leuke zaterdagochtendmarktje zagen we aardige Aboriginalkunst die ter plekke werd gemaakt door twee dames. Niets gekocht, ons te prijzig.

Met schoon linnengoed, opgehaald bij Maui, en 4 stickertjes op de sterren in de voorruit, ging daarna de reis weer landinwaarts; nu zonder de ervaringen van Jolien en Rico als leidraad. Eerst ca. 700 km. alsmaar hetzelfde vlakke landschap met kaarsrechte weg (zéér rustig), soms gras, soms wat lage boompjes, termietenheuvels en koeien. Tussen Fitzroy Crossing en Halls Creek een nacht gestaan op het terrein van een koeienboerderij, die hier “cattlestation” heet. Langs de snelweg zie je regelmatig dirtroadafslagen naar die stations, die soms diep in het binnenland liggen. Er was hier een heel ander soort zonsondergang: over de landerijen, met bomen en koeien op de voorgrond, ook erg mooi.

Onze route lag trouwens tevoren vrijwel vast. Er zijn zo weinig geasfalteerde doorgaande wegen, dat er niets te kiezen valt. De details vullen we wel ter plekke in, maar aan de kust hadden we tevoren al 8 campings gereserveerd in verband met de drukte.

Omdat we met de camper niet mogen rijden op dirtroads valt een aantal plekken af, zoals de hele westelijke Kimberley (met de beroemde Gibbs River Road) en oostelijk het Purnulullu N.P. met de vreemde Bungle Bungle Range (hoge verweerde zandstenen koepels). Maar doordat je onderweg niets kunt bekijken, kun je wel lekker doorrijden.

Na Halls Creek veranderde de rechte weg een tijdje in een bochtige, de vlakte in heuveltjes en er stonden steeds meer boabbomen. Karakteristieke bomen voor deze streek, prachtig gevormd met een stam die steeds boller wordt en waarin hij zijn water opslaat. In Afrika heet hij baobab.

Maandag arriveerden we in het uiterste noord-oosten van Western Australia, in Kununarra. Nog tropischer dan Broome, rond de 34 graden en een heel lage luchtvochtigheid van 17%. Weer zo’n typisch Australisch plaatsje met weinig uitstraling, 6.000 inwoners, omschreven als “een oase in vruchtbaar land met fruit- en sandelhoutplantages, dankzij het Ord River-irrigatiesysteem”.

In het piepkleine Mirima N.P. waren “mini-Bungle Bungles”, leuk om daar even te wandelen. Bij het Aboriginal Arts Centre werd gewerkt aan een meterslang doek; na een praatje wilde de wat stugge dame wel gefotografeerd worden.

Al sinds Karijini is er Aboriginalland, soms in hun bezit, soms wónen ze er alleen. In de stadjes hangen de mensen doelloos rond, zitten bij elkaar op het gras in de schaduw, spreken hun eigen taal, lopen vaak op blote voeten, kijken wat nors, argwanend, verwijtend (moeilijk om het precies te omschrijven) en ze hebben een andere kijk op rommel opruimen. Het is lastig om tot hen door te dringen… Eigenlijk voelt het heel triest om hen zo te zien, in een wereld die niet de hunne lijkt te zijn. Waar Aboriginals wonen zie je bij winkels soms bewaking en sinds Broome moeten we ons bij het kopen van wijn legitimeren, omdat er een zwarte lijst bestaat van drankmisbruikers...

Voor nog wat meer natuurschoon reden we een uurtje zuidwaarts naar Lake Argyle. Om 09.00 stond daar al een hele rij om in te checken bij de camping, de enige bevolkte plek aan dit enorme stuwmeer, het grootste van het zuidelijk halfrond.

Hier gingen onze ogen echt open: wat een prachtige omgeving, een soort fjorden-landschap met glooiende lage bergen, begroeid met gras, in zuid-Argentijnse kleuren, in de vorm van de lage Pyreneeën, zoiets. In elk geval ruig en lieflijk tegelijk. In 1973 werd in de Ord River een dam gebouwd. Daarna verspreidde het water zich over een enorm gebied, met eilandjes erin en met die mooie bergen als oevers. De meeste toeristen komen hier voor een tochtje over het meer (“cruise”) of een helicoptervluchtje.

Van 14.30 tot 18.00 maakten wij een “sunsetcruise”, bijzonder! Behalve de stuwdam zagen we de mooie bergen, rockwallaby’s, woollaroos (kruising tussen wallaby’s en kangaroos, ook wel “euros” genoemd), allerlei vissen en onze eerste krokodillen. Hier waren het freshwatercrocodiles, die niet kunnen kauwen en daarom niet gevaarlijk zijn voor ons. Voor de liefhebbers een swimstop, met drankjes en hapjes in het water, op een drijvend plateau. En vanaf daar was er dan om 17.15 de zonsondergang boven de bergen en het water, schitterend!

De volgende ochtend begonnen we al om 07.30 aan een mooie wandeling over de glooiende hellingen van de rotsen naast het meer, met een lekker windje en prachtig zicht ver over het meer, de stuwdam en de rivier. Fijn om weer even een paar uur te wandelen.

Onze langere trajecten varieerden van 440 km. tot 625 km. op een dag. Met een snelheid van max. 95 km/u was dat voor ons wel genoeg. De laatste lange rit was van Lake Argyle (bijna in Northern Territories) naar Katherine. Landschap op dat laatste stuk: wat vlak en wat glooiend, dor gras, halfhoge boompjes, het gaf een beetje Afrikaans gevoel. Als extra uitzicht: ver weg wel steeds een “range”, zo’n bergruggetje. Kangoeroes lieten zich nergens zien, wel grote kuddes lichtgrijze koeien met een bult, rond een watertank.

Katherine (10.000 inwoners) was weer zo’n plaatsje dat wij ongezellig noemen: brede straten, lage winkels, volle supermarkt, veel Aboriginals, eigenlijk alleen maar een uitgangspunt voor het nationale park Nitmiluk (= Katherine Gorge N.P.). Hier konden we weer even genieten van een lange wandeling over en tussen de rotsen, met mooi uitzicht op de Katherine River. Weliswaar met 32º, maar met veel drinken wel te doen.

Na 3 normale caravanparks (met zwembad, toch wel lekker) was het leuk om weer 1 nachtje unpowered te staan op de campground van Edith Falls, een stukje noordelijker in hetzelfde N.P., een erg fijne plek met goede, sportieve sfeer. Op de wandeling daar zag je de 3 watervallen een eindje onder elkaar, met ertussen 2 zwempoeltjes, erg mooi.

En nu staan we weer een stukje noord-oostelijker in Cooïnda, in het Kakadu N.P., het grootste nationale park van AustralIië. Onderweg zag je de vegetatie al veranderen: niet meer alleen loofbomen, maar ook allerlei palmbomen en op de camping nog meer vogels dan op de vorige. Voor weer een beetje rust: hier 4 nachten geboekt. Hoe we die dagen doorkwamen zullen jullie waarschijnlijk lezen in ons laatste stukje, vanuit Darwin.

Jullie merken het: veel spannends maken wij niet mee, maar die uitgestrektheid en het eentonige landschap zijn toch wel bijzonder en erg indrukwekkend, ook al gebeurt er eigenlijk niets...

En dan nog dit:

– caravanparks (zo heten campings hier) zijn er niet zoveel, vandaar dat er ook kampeermogelijkheden onderweg zijn achter roadhouses (heten wel camping), of op de 24-uurs parkeerplaatsen. Die hebben een wc en variëren van klein tot heel groot en van compleet kaal asfalt tot vol schaduw door hoge bomen tussen rode aarde

– het weer is nu constant hetzelfde: meestal onbewolkt, zonnig en warm, 32º à 35º; goed te doen, want het is erg droge warmte en ‘s avonds koelt het net voldoende af

– in noord-oost W.A. en in zuid-west N.T. was er opeens een beetje kleur tussen de groene boompjes en het dorre gras: de mooie gele bloemetjes van de kapokstruik; wordt hier gebruikt om paardenzadels mee te vullen

– het blijft vreemd om nooit ergens huizen te zien, behalve in de stadjes

– mooie plekken worden niet commercieel uitgebuit door souvenirkraampjes of koffietentjes, natuur is gewoon natuur en verder niets

– op de campings is het verboden om een waslijntje te spannen, de was mag alleen aan de gemeenschappelijke lijnen worden opgehangen

– het is hier heel makkelijk om aan een (tijdelijke) baan te komen; in horeca of winkels zijn we al meerdere Europese jongeren tegengekomen die daar werken

– de airco van de camper komt nu wel goed van pas om deze ‘s avonds wat te kunnen koelen

– er wordt je steeds gevraagd zuinig te zijn met water, maar sinds Broome staan overal sproeiers aan voor het gras...

– in Northern Territories moest de klok anderhalf uur vooruit: zon later op, later onder; heeft voor- en nadelen

Zo, dit was het weer…

Veel groetjes,

Jan en Carla

P.S. dit was best een beetje lang verhaal, maar voor ons werkt deze site als een dagboek

Foto’s

11 Reacties

  1. Marijke:
    13 augustus 2019
    Wat een apart land, lijkt me mooi om ook eens te bezoeken en misschien wel even te gaan werken. Wat voor een soort werk kun je daar gemakkelijk krijgen? Fijn vervolg en heel veel groeten uit een veel te koud Nederland (bijna weer weg naar de Pyreneeën!
  2. Jan en Carla:
    13 augustus 2019
    Hoi allemaal, we krijgen een punthoofd van die site... Alweer staan niet alle foto's onder het verhaal, maar de eerste paar staan alleen in "album"... Groetjes!
  3. Hanneke:
    13 augustus 2019
    (En dan staat het verhaal er nu ook nog 2x!)
    Gelukkig (?) weer een wat ander landschap bereikt. Op de kaart gezien hebben jullie inmiddels wel zo’n 1/3 van de omtrek van Australië gehad; respect hoor, wat een afstanden!
    Fijn ook dat het daar inmiddels gewoon lekker warm is (hier niet meer helaas). Geniet nog van jullie laatste belevenissen daar!
  4. Theo en Wil:
    13 augustus 2019
    De wegen mogen dan niet erg afwisselend zijn, maar uit jullie foto’s is te zien dat jullie wel op heel mooie plekken komen.
    Geniet er nog lekker van.
  5. Lia & Ko:
    13 augustus 2019
    Bedankt weer voor alle mooie foto’s en het pakkende reisverslag.
  6. Kees van Oers:
    14 augustus 2019
    Jongens, weer hele mooie foto's die perfect passen bij het verhaal. Mooie afstanden om te reizen, denk ik toch. Veel plezier nog.
  7. A.N. van Ingen:
    15 augustus 2019
    Mooi verhaal weer, met dank en weer prachtige foto's. Geniet ze van jullie laatste week.
  8. Hans en Thérèse:
    16 augustus 2019
    Hoi Carla en Jan,
    Net drie hoofdstukken gelezen en drie series foto's bekeken van jullie reisverhaal. En lekker meegenoten van jullie belevenissen en al het moois, leuks en interessants dat jullie tegengekomen zijn. Fijn dat jullie het zo naar jullie zin hebben en dat het rijden van die lange afstanden achteraf meegevallen is.
    Het zijn weer prachtige foto's en het is leuk dat we jullie ook af en toe zien.
    Nog mooie dagen daar!
  9. Roosje de Vries:
    20 augustus 2019
    Super. Prachtig. Enjoy
  10. Paula:
    20 augustus 2019
    Grappig die kilometers, nu wij net terug zijn uit Engeland, waar je elke paar kilometer een rotonde treft. Ook scones in Australië! Lekker! Ik heb een goed recept, kun je ze straks thuis zelf mee bakken. :) Prachtige foto's weer! Veel plezier nog!
  11. Hilde:
    24 augustus 2019
    Wat een prachtige foto's!!!
    En ... wat een fantastisch mooi landschap! Daar word je toch helemaal stil van.